UPDATES

Renovatie Inholland Alkmaar voorbeeld voor andere hogescholen

Door Redactie - 11 december 2017

Tags:

Hogeschool Inholland had als motto ‘duurzaamheid’ bij het vernieuwen van zijn vestiging in Alkmaar. Belangrijkste maatregelen: renovatie in plaats van nieuwbouw én een flinke reductie van het aantal vierkante meters vloeroppervlak. Verder nam de hogeschool nog zeventien andere duurzaamheidsmaatregelen. Maarten van Mierlo, adviseur Huisvesting & Vastgoed bij Inholland, en Alfred van Kessel, programma-adviseur Utiliteitsbouw bij RVO.nl, vertellen over de renovatie.

Dit bericht verscheen eerder op Vastgoed Journaal.

Het pand in Alkmaar van Hogeschool Inholland stamde uit eind jaren tachtig. ‘We stonden voor de keuze: tegen de vlakte gooien en nieuw bouwen, of renoveren’, aldus Maarten van Mierlo. ‘Er is al snel gekozen voor renovatie. De structuur van het pand was namelijk nog prima.’ Daarnaast is duurzaamheid expliciet in het beleid van de hogeschool opgenomen. ‘En renoveren is nu eenmaal duurzamer dan nieuw bouwen. Beton is niet echt duurzaam, net als het proces om beton te maken. Je kunt het dus beter hergebruiken.’

Alfred van Kessel van de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO.nl) beaamt dat: ‘De hogeschool heeft het karkas laten staan en vervolgens opgebouwd met duurzame materialen.’ De renovatie duurde een jaar en in april 2017 is het pand in gebruik genomen.

Minder ruimte

Bij de renovatie werd rekening gehouden met het feit dat de behoefte aan ruimte sterk is afgenomen. ‘Lesgeven werkt nu anders dan veertig jaar geleden; toen stond er altijd een docent voor de klas’, legt Van Mierlo uit. ‘Die zond informatie en de studenten luisterden. Nu werken we veel meer in dialoog en met projectvormen. Dan heb je minder lokalen nodig en andersoortige ruimten.’

Het leidde tot een forse verkleining van het schoolgebouw: van 26.380 naar 10.500 m2. ‘We gebruiken nu de ruimte die we nodig hebben en niet meer. Hierdoor hoeven we minder in te richten, minder te beheren, minder te stoken, te koelen, te verlichten en schoon te maken.’

Warmte- en koudeopslag

Het kleinere aantal vierkante meters vloeroppervlak betekent de grootste besparing. De warmte- en koudeopslag (WKO)-installatie zorgt daarbovenop voor de grootste reductie van het energiegebruik. Voor de WKO wordt water vanuit 50 tot 150 meter diepte onder de school opgepompt en door de vloerverwarming geleid.

Van Mierlo legt uit: ‘In de zomer wordt dit koude water gebruikt om het pand te koelen, waardoor minder airco nodig is. Het opgewarmde water bewaren we vervolgens weer in de grond, zodat we het in de winter kunnen gebruiken om het pand te verwarmen.’

Terugverdientijd

Opvallend is dat de terugverdientijd van de WKO-installatie ongeveer zeventien jaar is. Best lang dus, niet elke organisatie durft dat aan. Van Mierlo. ‘Omdat duurzaamheid een speerpunt is, koos het bestuur bewust voor WKO; ook al is het op de korte termijn nog niet rendabel, op de lange termijn wel.’

Van Kessel is blij dat Hogeschool Inholland zich niet liet afschrikken door de lange terugverdientijd. ‘In het kader van de klimaatproblematiek moeten we grote stappen zetten. Als je ambitie hebt, moet je durven loslaten. Terugverdienen doe je wel, alleen duurt het wat langer.’

Belangrijkste maatregelen

Hogeschool Inholland heeft in totaal maar liefst negentien duurzaamheidsmaatregelen getroffen tijdens de renovatie. Van Mierlo benoemt een paar opvallende: ‘Ik vind de greenwalls mooi: dat zijn letterlijk groene muren. Veel mensen voelen even of het echt is. Ja dus!’

Ook over de mechanisch gebalanceerde ventilatie met warmteterugwinning is Van Mierlo te spreken: ‘In de lokalen vervangen we continu alle aanwezige lucht door frisse lucht. Maar de lucht die wordt weggezogen uit de lokalen is al warm. Die leiden we langs de invoerbuizen met verse lucht van buiten, zodat we die koelere buitenlucht alvast voorverwarmen. Dan hoef je minder bij te verwarmen.’

Verder noemt Van Mierlo nog de energiezuinige schakeling van de binnenverlichting: ‘Die houdt in dat de lampen dichtbij het raam, waar al veel daglicht binnenvalt, minder fel branden dan verderop in het lokaal. Ik was er wat sceptisch over, maar het werkt echt. Het valt voor de studenten niet op, maar ze hebben precies de hoeveelheid licht die ze nodig hebben.’

Opbrengst energiebesparing nog onzeker

Cijfers over wat alle maatregelen daadwerkelijk aan energiebesparing opleveren heeft Van Mierlo nog niet. Daarvoor moeten eigenlijk de cijfers van 2018 worden afgewacht. De hogeschool heeft een Energie-Efficiëntie Convenant (MJA3-convenant) afgesloten, waarin afspraken staan voor het verbeteren van de energie-efficiëntie.

Van Kessel ondersteunt de hogeschool bij haar MJA3-convenant. ‘We stimuleren organisaties om 30 procent energie-efficiëntieverbetering te realiseren in de periode 2005-2020’, legt Van Kessel uit. ‘Dat kan door nieuwe installaties, andere verlichting, duurzame energie of via inkoop. Wij controleren de maatregelen en rapporteren ieder jaar.’

Subsidies

RVO.nl voert subsidies en financieringsregelingen uit in opdracht van diverse ministeries en de Europese Unie. Hogeschool Inholland maakte voor de aanleg van zonnepanelen onder meer gebruik van de regeling Stimulering Duurzame Energieproductie (SDE+). De Hogeschool heeft een bureau in de arm genomen om alle subsidies en stimuleringsregelingen uit te zoeken waarvan de school kan profiteren. RVO.nl ondersteunde het bureau bij vragen en verwees naar het juiste loket voor subsidies en regelingen.

Goed voorbeeld

Van Kessel zou het voorbeeld van Hogeschool Inholland graag verspreiden naar andere hogescholen. ‘Dit is natuurlijk een mooi voorbeeld van hoe hogescholen aan duurzaamheid kunnen werken. Ze hebben het integraal aangepakt, door te kijken naar energie én het gebruikte materiaal én inkoop. Alle aspecten van duurzaamheid kwamen aan bod. Gelukkig zie ik dat steeds meer hogescholen daarmee aan de gang gaan.’

Bron: Vastgoed Journaal