UPDATES

Havenbedrijf Moerdijk doet mee aan pilot nieuwe beoordelingsrichtlijn BREEAM-NL

Door Redactie - 20 augustus 2018

Tags:

Havenbedrijf Moerdijk draait mee in een pilot van de nieuwe beoordelingsrichtlijn (BRL) van BREEAM-NL Gebied. Het gaat hierbij om een bestaand gebied van 2635 hectare. Dit is verreweg het grootste gebied dat ooit langs de meetlat van BREEAM-NL is gelegd. DGBC legt zeven vragen voor aan Louise Bergenhenegouwen, programmamanager Milieu en Duurzaamheid bij Havenbedrijf Moerdijk.

Dit artikel verscheen eerder op DGBC.

Waarom is er gekozen voor een pilot variant omtrent de certificering?

‘Er is gekozen voor een pilot om twee redenen. De eerste reden is dat de richtlijn nieuw is en de tweede reden is dat een bestaand gebied als het Haven- en industriegebied Moerdijk nog nooit eerder is gecertificeerd. Om te weten of het gebied certificeerbaar is, is het nodig de nieuwe richtlijn naast het gebied te leggen om te zien of de richtlijn en het gebied bij elkaar passen. In de pilot wordt aan DGBC feedback gegeven over de bruikbaarheid van de richtlijn.’

Wat zijn de belangrijkste doelstellingen voor dit gebied?

‘Het haven- en industrieterrein Moerdijk wil in 2030 hét knooppunt van duurzame logistiek en procesindustrie zijn. In de Havenstrategie Moerdijk 2030 zijn voor elk van de drie P’s (People, Planet, Profit) doelstellingen geformuleerd die in samenhang met elkaar moeten zorgen voor een duurzame ontwikkeling. Hierin staat bijvoorbeeld “goed nabuurschap met de omgeving” centraal als het gaat om People. Daarnaast wordt sterk ingezet op het beperken van emissies en energiegebruik, het verduurzamen van de energievoorziening en het watersysteem.’

Welke duurzame maatregelen zijn jullie van plan te nemen?

‘Vanuit onze Havenstrategie Moerdijk 2030 wordt een MVO/duurzaamheidsbeleid opgezet en een uitvoeringsprogramma duurzaamheid vormgegeven. Enkele voorbeelden van projecten en maatregelen die nu of binnenkort getroffen worden, zijn het onderzoeken van de mogelijkheden van een restwarmtenet, een zonnepark, het voorzien in slimme openbare verlichting met LED, maar bijvoorbeeld ook het aanwijzen van terrein als tijdelijke natuur, groen beheer, het opstellen van een akoestisch inpassingsplan en het borgen van het eNosenetwerk (luchtkwaliteit).’

Welke uitdagingen kent dit terrein?

‘Het havengebied van Moerdijk is zeer divers en heeft met een mix van 440 bedrijven een behoorlijke complexiteit. Daarnaast is het havengebied het eerste reeds bestaande gebied dat gecertificeerd wordt. Het verduurzamen van een al bestaand gebied is altijd lastiger dan het verduurzamen van een nieuw te ontwerpen gebied. De BRL houdt hier nu nog te weinig rekening mee, dus ook hier ligt een grote uitdaging voor het havenbedrijf.’

Welke rol verwachten jullie van DGBC in het certificeringstraject?

‘Tijdens het certificeringstraject zijn we kritisch op de richtlijn zoals die er nu ligt en geven we feedback aan de DGBC, waarmee zij de richtlijn kunnen verbeteren. Gezien de aard van het gebied verwachten we enige flexibiliteit van de DGBC, omdat het een gebied is van dusdanige omvang dat de interpretatie van de credits belangrijk is voor het wel of niet behalen van de punten.’

Wat betekent de certificering voor de betrokken bedrijven?

‘De betrokken bedrijven kunnen in hun communicatie naar buiten toe aangeven dat ze op het eerste terrein zitten dat volgens de nieuwe BRL is gecertificeerd, wat qua imago over duurzaamheid van grote waarde kan zijn. Daarnaast helpt het uiteraard om duurzaamheid verder op de agenda te zetten en bedrijven te stimuleren tot het nemen van duurzame maatregelen. Het havenbedrijf vervult een voorbeeldfunctie en kan van daaruit bedrijven stimuleren tot navolging.’

Hoe stimuleren jullie hen tot verdere verduurzaming van de gebouwde omgeving?

‘Dat gebeurt via verschillende wegen. Samen met bedrijven zijn afspraken gemaakt in het kader van bijvoorbeeld een NatuurManagementPlan en een WaterManagementPlan is in ontwikkeling. De uitvoering van deze plannen omvat allerlei maatregelen die het bedrijfsleven kan en zal nemen voor verdere verduurzaming van de gebouwde omgeving.’

Bron: DGBC